Lezing Oek de Jong op zondagmiddag 17 oktober

© foto: Marloes-Bosch

Oek de Jong (1952, zoon van de politicus Klaas de Jong), heeft kunstgeschiedenis gestudeerd en doceerde aan verschillende universiteiten. Hij publiceerde artikelen en korte verhalen over auteurs, zoals Frans Kellendonk, Arthur van Schendel, Andreas Burnier, maar ook over kunstenaars zoals Caravaggio, Johannes Vermeer en Rembrandt. Verder verschenen er dagboekaantekeningen (Het glanzend zwart van mosselen 2020) en reisverhalen,

De laatste en vijfde roman, Zwarte schuur, over een kunstenaar met een trauma uit zijn jeugd, werd heel positief ontvangen. Met zijn eerste roman, Opwaaiende zomerjurken (1979), zette Oek de Jong de toon. Daarin schrijft hij al over gevoelige, kwetsbare, kunstzinnige mannen die gekweld maar ook verrukt worden door dierbare herinneringen aan vroeger, aan het land waar ze opgroeiden (meestal Zeeland). Die herinneringen kunnen als een schaduw over hun leven liggen, zoals in Zwarte schuur het geval is met de kunstenaar Maris.

Oek de Jong dringt steeds dieper door in het domein van het kwaad, niet de misdaad maar het kwaad dat mensen elkaar, ondanks zichzelf, aandoen.
Oek de Jong wordt geïnterviewd door Ivan Borghstijn. In dit gesprek zal het vooral gaan over de laatste drie titels met het zwaartepunt op Zwarte schuur (2019).

In de pauze kunt u boeken kopen. Oek de Jong signeert.

De regels rond uw bezoek aan de Oude Mariakerk zijn als volgt:
als u een actueel testresultaat of uw corona app meebrengt en als u zich niet ziek voelt, bent u van harte welkom! Er mag weer koffie, thee of een aperitief geschonken en gedronken worden in de pauze. U hoeft zich niet op te geven voor deze lezing.

Wij bieden u na afloop van de lezing een drankje met een hapje aan ter gelegenheid van ons 15 jarig bestaan (wat nu al een 16 jarig bestaan is).
Ter gelegenheid van dit heugelijke feit wordt op deze middag volksmuziek uit Europa gespeeld door Marijke Koeman accordeon en Annelies Tijman viool.
De lezing aanstaande zondag is ook door introducés te bezoeken, maar niet door anderen.