“Hoe kom ik van een lijk af?” Nadat schrijver Schröder en interviewer Slot elkaar hadden leren kennen in een Amsterdams etablissement, was dit de eerste vraag die gesteld werd. Door de schrijver dan, want interviewer heeft de nodige expertise met lijken en moordlocaties. Bij die ene vraag bleef het niet want Eric Slot vergezelt Allard Schröder inmiddels op literaire bijeenkomsten en is nu zelf vragensteller.
Allard Schröder (71) verliet op jonge leeftijd het Groningse Haren om te gaan wonen in Amsterdam. Officieel heette het: om te gaan studeren. Maar minder officieel: om schrijver te worden. Het was zijn langjarige in stilte gekoesterde droom. Al vanaf zijn 13e toen hij de plaatselijke bibliotheek had verslonden.
En zo zat hij in Deventer op zondag 18 maart 2018. Voor de tweede keer in den lande met Eric Slot naast zich. Een constructie voor beiden nog niet vanzelfsprekend was.
Degenen die zijn werk kennen zijn lyrisch over zijn schrijfstijl. Hij schrijft schitterende zinnen, die de lezer op schilderachtige wijze meevoeren door de taferelen van zijn boeken. Zijn korte werken worden door velen nog meer gewaardeerd dan zijn langere. “Helaas win je met korte werken geen prijzen”, constateert de schrijver met enige spijt.
Na de pauze droeg Schröder iets voor wat vooralsnog alleen bestaat onder een steeds wisselende werktitel. Wellicht hebben we dus de eerste fraaie zinnen gehoord van zijn nieuwe boek. Je weet het maar nooit, want 2000 (!) bladzijden weggooien is ook al eens voorgekomen bij Schröder.
Gerco Grevers
De foto’s zijn gewoontegetrouw aangeleverd door Herman Riphagen.
